Strafmaatregel in bestuursrechtelijk jasje
Strafmaatregel in bestuursrechtelijk jasje
Op 21 maart 2024, om 14:30 uur verdedigt mr. drs. Arjan Heidekamp zijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De fiscale bestuurlijke boete is in wezen een strafmaatregel in een bestuursrechtelijk jasje en bevindt zich daardoor op het snijvlak van bestuursrecht en strafrecht. Dat levert, aldus Heidekamp, interessante vraagstukken op, vooral omdat door het strafrechtelijke karakter van de fiscale bestuurlijke boete en de waarborgen van art. 6 EVRM die daarvoor gelden, belangrijke verschillen bestaan ten opzichte van de belastingheffing als zodanig. Dat geldt ook voor het brede terrein van het bewijsrecht.
Het fiscale bestuurlijke boeterecht is voortdurend in beweging. De afgelopen jaren hebben er op tal van terreinen belangrijke wijzigingen plaatsgevonden. Zo heeft de wetgever het mogelijk gemaakt om fiscale bestuurlijke boetes – behalve aan belastingplichtigen – op te leggen aan een reeks van bij de belastingheffing betrokken personen, zoals adviseurs (medeplegers) en feitelijk leidinggevers. Ook zijn er meerdere nieuwe boetebepalingen ingevoerd, waarvan artikel 10a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) de voornaamste is. In de nabije toekomst zal de fiscale bestuurlijke boete in beweging blijven. Zo heeft de wetgever het voornemen om de boetegrondslag bij vergrijpboetes in 2025 te wijzigen. Ook de ontwikkelingen in de jurisprudentie volgen elkaar in rap tempo op. De afgelopen jaren heeft de Hoge Raad een reeks belangwekkende arresten gewezen, onder meer over de benodigde bewijsgradatie (buiten redelijke twijfel), de bestanddelen ‘opzet’ en ‘grove schuld’ en het gebruik van vermoedens als bewijsmiddel voor de boete. Het nemo tenetur-beginsel blijft met regelmaat nieuwe rechtspraak opleveren en ook leerstukken als het pleitbaar standpunt blijven de gemoederen bezighouden. Dit onderzoek bestudeert al deze boeterechtelijke aspecten (en veel meer) door de bril van het bewijsrecht.